• De eerste acht weken uit een hondenleven.

  • Een nest fokken is voor mij een bijzondere ervaring. Het geeft veel plezier om te zien hoe de hondjes zich ontwikkelen, maar het is ook een periode met veel vragen en zorgen. Ontwikkelen de pups zich volgens het 'boekje'? Krijgen ze allemaal een goed thuis? In 1985 heb ik een dagverslag van een, door mij gefokt, nest gemaakt. Alle observaties zijn per pup en per dag genoteerd gedurende de eerste acht weken. Later uitgewerkt tot een (geillustreerd) nestverslag. Een aantal zienswijzen, denk hierbij aan inprenting, socialisatie en puppytest zijn inmiddels achterhaald, anderen worden nog steeds gehanteerd. De veranderde inzichten zijn schuin aangegeven in de tekst.

  • Week 1 – Slapen en drinken ( geboorte - 7 dagen )

    Tevreden pups slapen. Meestal liggen de pups tegen elkaar aan, behalve als ze het te warm hebben. Men hoort ze niet, behalve als de teef ze aanstoot. Elke pup is vanaf zijn geboorte minimaal enkele malen per dag in bekende, maar ook in vreemde mensenhanden. Elke dag worden de pups opgetild en gewogen, waarbij de teef alles nauwlettend in de gaten houdt. Na het vasthouden likt de teef elke pup nauwkeurig schoon. Om de hondjes te herkennen worden wat haren weggeknipt, bij elk hondje op een andere plek.
    Vanaf de eerste dag is verschil te voelen bij het oppakken van de pups. De ene pup verkrampt, de volgende voelt ontspannen aan, weer een ander is beweeglijk en de laatste piept als hij wordt opgepakt. Dit basisgedrag blijft maar is niet elke keer even sterk aanwezig.
    Ze zuigen zich allemaal vast aan een vinger die in hun mond wordt gestopt. Blijkbaar worden door de vele geur- of fysieke contacten associaties gelegd, want ze reageren op de mij hetzelfde als op hun moeder. De inprenting is begonnen.

    Vanaf de vijfde dag likken ze aan de handen. Ze oriënteren zich via het opnemen van geur waarbij opvallend is dat ze reageren op geurverschillen. Tussen een vreemde hond en hun moeder en een vreemde en bekende persoon maken ze verschil. Wanneer ze een vreemde geur ruiken draaien ze hun hoofd weg. Verschillende pups proberen tevergeefs te drinken aan moeders vulvapunt. Speelt geur een belangrijkere rol dan smaak? Na ‘n dag vergissen ze zich niet meer.

  • Volgens de nieuwste inzichten (2005) kennen honden geen inprenting in de zin van het woord. Wel een soortgelijk leerproces via de geur.

  • Week 2 - De oogjes gaan open ( 8 - 14 dagen )

    De pups ondergaan verschillende veranderingen, ondanks dat ze bijna de hele dag slapen. Het worden echte pups met echte reacties. Vanaf de twaalfde dag kauwen ze, zonder tanden, op een vinger die in hun bek wordt gestopt. Hun oogjes zijn inmiddels open en de kleur van de ogen is blauw. Weliswaar zien ze nog niet veel maar ze kunnen wel donker van licht onderscheiden. Hun gehoorgang is nog gesloten dus ze horen nog steeds niets.
    Hun oriëntatie gebeurt hoofdzakelijk via het opnemen van geur. Ze ruiken hun moeder zodra deze de werpkist betreedt. Als ze haar geroken hebben jammeren ze luidkeels om voedsel. Hierbij richten ze hun waggelende koppen omhoog en doen voorzichtige en ongecontroleerde looppogingen. Hun reactie wordt nog heftiger als ze door hun moeder worden aangestoten.
    Vanaf de dertiende dag proberen ze met elkaar te spelen. Als een persoon plaatsneemt in de werpkist, waggelen ze op hem af en proberen de uitgestoken hand te likken. Het basisgedrag is hetzelfde, want bijvoorbeeld de pup die gespannen aanvoelde na de geboorte, voelt ook nu nog gespannen aan.

  • Week 3 - Horen en gehoord worden ( 15 - 21 dagen )

    Vanaf de vijftiende dag bewegen de oorschelpen en reageren ze op geluid. Voortaan zijn de pups verplicht fan van de radio. Ik probeer om ze associaties te laten leggen tussen vreemde geluiden en drinken bij de moeder. Bijvoorbeeld door het fluiten van een bepaald deuntje als de pups gezoogd worden. Na enkele dagen herkennen ze het deuntje ook zonder voeding en reageren hierop.

    Op de zeventiende dag wordt eenmaal per dag een beetje bijvoeding gegeven. Het is een komisch gezicht want ze weten niet wat ze moeten doen met die melk. Ze stoppen hun neus erin en blazen bellen. Vervolgens smeren ze zichzelf en de nestgenootjes helemaal vol melk. Even later sabbelen ze uitgebreid op elkaars poten, snuiten en oren. Het bijvoeden gebeurt vanwege het spenen uit voorzorg om de pups te laten wennen aan ander voedsel. Na een paar bijvoedingen hebben ze de smaak te pakken en reageren direct op de geur van de melk. De bijvoeding is goed te associëren met het fluiten van het deuntje en het verband is snel gelegd.

  • Het spelgedrag ontwikkelt zich en het lopen gaat hen steeds beter af. De pups onderscheiden steeds meer details met de oogjes en ze proberen geluiden te lokaliseren. Het ontdekken van elkaar gebeurt voornamelijk via de bek. Hierbij proberen ze elkaars oren of lichaam te pakken. In het begin lukt dit af en toe, maar na enkele dagen krijgen ze ervaring. Af en toe hoort men ze zelfs grommen naar elkaar. Met mensen spelen ze ook. Een vinger proberen ze te vangen maar dit lukt meestal niet de eerste keer omdat hun bewegingen nog tamelijk ongecontroleerd zijn. Als ze een vinger gevangen hebben, voelt men dat de tanden in aantocht zijn.
    Het merendeel van de pups verlaat na ongeveer drie weken hun eigen slaapplaats voor een sanitaire stop. Ze bevuilen hun nest niet. Doordat elke pup apart aandacht krijgt, zijn de verschillen in basisgedrag steeds weer op te merken. Spontaan worden namen geboren als de ontspannen teef, de likkerige reu en de afkerige teef.

  • Week 4 - Spelen en ontdekken (22 – 28 dagen)

    ls de pups slapen en het deuntje wordt gefloten, dan ontwaken ze en lopen ze in de richting van het geluid. Ze slapen nog het grootste gedeelte van de dag maar krijgen nu ook hun eerste ervaringen buiten de werpkist. De grote wereld van de huiskamer wordt voorzichtig verkend. Als ze wakker zijn staat hun leven in het teken van spelen en je ziet ze al kwispelend dingen benaderen. Het spel met elkaar en met voorwerpen gaat hen steeds beter af. Mekaar in de nek bijten is favoriet en de prooi hierbij dood schudden is een geliefde bezigheid. Wordt het spel te ruw, dan jankt of piept de pup maar dit is geen aanleiding voor de ander om te stoppen. Het lijkt hem zelfs op te winden.
    Vanaf het begin van deze week hoort men de pups grommen als de een over de ander hangt. Is dit bovenstaangedrag? Blijkbaar heeft grommen nog geen betekenis voor hen, want ze reageren ook niet op het grommen van een volwassen hond. Op de vierentwintigste dag krijgen ze een beetje vlees als bijvoeding. Blijkbaar smaakt dit zo lekker dat ze na eenmaal proeven de smaak al gecombineerd hebben met de geur. De geur is goed ontwikkeld en ze volgen elkaar nu met ogen, waarbij ze blijkbaar steeds meer details zien. Vanaf nu wordt het zogen van de pups gecombineerd met vreemde geluiden. De stofzuiger maakt overuren, bossen sleutels rammelen, een schot klinkt, maar ook klassieke muziek vult de huiskamer.
    Opvallend is dat harde geluiden de meeste onrust veroorzaken bij de pups. Als ze ongeveer drie en een halve week zijn, krijgen ze hun eerste ervaring in de buitenlucht. Hiervoor worden ze in een wasmand gezet, naar buiten gedragen en in de tuin op de grond gezet. De pups weten niet wat hun overkomt en drukken zich plat op de grond. Al snel herkennen ze hun moeder en lopen vlug achter haar aan. Na even zijn ze aan de nieuwe situatie gewend en gaan ze, ieder apart, zeer voorzichtig op onderzoek uit. Als ze de haan horen kraaien, drukken zich tegen de grond en weten niet hoe snel ze bescherming moeten zoeken bij ma. Na enkele kukeleku’s schrikken ze niet meer van zijn gekraai.

  • Vergelijkbare situaties ontstaan bij andere buitengeluiden. Na enkele dagen horen ze deze niet eens meer. Dit betekent dat ze nu regelmatig in de tuin verblijven. Als ze moe zijn, en dat is in het begin al na enkele minuten, worden ze opgepakt en verhuizen ze weer naar de huiskamer om vervolgens in de werpkist in een diepe slaap te vallen. Het basisgedrag dat men voelt bij het oppakken is er nog steeds. Tegen het einde van deze week wordt ruwer met elkaar gespeeld, waarbij ook wordt geblaft. De kracht in de kaken neemt toe. Als een van de volwassen honden onraad blaft duiken ze in elkaar. Horen ze buitenshuis het blaffen van een vreemde hond dan heeft dit voor hen nog geen betekenis.

    In het begin van deze week begrijpen de pups nog niet dat het grommen van hun moeder een betekenis heeft. Blijkbaar moeten ze dit nog leren maar aan het einde van de week krijgen ze een harde, maar noodzakelijke levensles. De teef knaagt uitgebreid op een vers bot. Een paar pups willen een graantje meepikken. Ma laat dit zonder problemen toe, totdat de pups de smaak goed te pakken hebben. Dan begint ze te grommen, steeds luider en steeds dreigender. De pups begrijpen dit niet en gaan door met knagen en likken. Pas nadat ze met veel kabaal afgesnauwd zijn, reageren ze op het grommen door achteruit te wijken en de aftocht te blazen. Het kost veel moeite om niet toe te geven aan de neiging de pups in bescherming te nemen. Het gezonde verstand leert dat ze deze levensles in de toekomst nog vaak nodig hebben.

  • Volgens de nieuwste inzichten wordt geadviseerd elke pup afzonderlijk buiten zicht van zijn nestgenootjes te voeren. Dit om de kans op voedselnijd tot een minimum te beperken.

  • Week 5 - Bewegingsvrijheid en leren (29 - 35 dagen)

    Een paar pups krijgen nog bijles in de betekenis van het grommen. Hierbij leren ze nu snel dat het negeren van een grommende hond gevolgen voor hen heeft. Doordat de pups vaker en verder op verkenning gaan hebben ze letterlijk meer bewegingsruimte nodig. De werpkist fungeert als slaapplaats en de resterende tijd brengen ze in de huiskamer door. Toch slapen ze nog het grootste deel van de dag. Ze krijgen hun eerste ervaringen op volledig vreemd terrein, waarvoor een stuk gazon wordt afgezet met gaas.
    Nu herkennen ze een bekende stem en lopen in die richting. Ze combineren nu de bijvoeding, het fluitdeuntje en de stem. Het resultaat hiervan is dat de pups leren om te komen als ze geroepen worden. Het werkt perfect, want ze zijn hongerig en willen eten.
    Het systeem van het merken door haren weg te knippen wordt deze week vervangen door het omdoen van een halsband. Ieder geslacht krijgt zijn eigen kleur; de teven kleurloos en de reuen bruin. Daarna krijgt iedere halsband ook nog een subkleur in de vorm van een randje gekleurde tape. Nu zijn de pups ook op afstand van elkaar te onderscheiden. Bovendien wennen ze meteen aan de halsband. De eerste dagen krabben ze veel om die vreemde dingen om hun nek kwijt te raken.

  • Het onderlinge spelgedrag wordt steeds fanatieker en ze gebruiken de speeltjes steeds intensiever. Door een speeltje krachtig heen en weer te schudden blinken ze uit in het dood schudden van een prooi. Ook worden ze steeds nieuwsgieriger. Alles verdwijnt letterlijk in de bek, alles moet worden geproefd. Blik, hout, stenen, kranten, plastic, sokken, zand, planten het maakt niet uit wat het is.

    Deze week leren de pups om het gedrag van hun moeder te imiteren. Ze zien en horen haar uit een plas water drinken. Even later drinken ze ook uit die plas. De volgende keer weten ze hoe ze hun dorst kunnen lessen. Toch begrijpen ze nog niet dat ze nu ook uit een bak water kunnen drinken. Dit ontdekken ze toevallig doordat ze in de waterbak terecht komen of omdat een volwassen hond het voorbeeld geeft. Het laten horen van allerlei huisgeluiden zoals stofzuigen wordt uitgesteld totdat de pups echt wakker zijn. Deze ervaring krijgen ze dan bewust mee. Op het geluid van de stofzuiger reageren ze prima, het blazen van de stofzuiger daarentegen gaan ze uit de weg. Nu vinden ze het ook normaal als een van onze eigen volwassen honden onraad blaft.

  • Aan het einde van deze week neemt de onderlinge onenigheid toe. Ze gaan krachtmetingen met elkaar aan waarbij ze flink te keer kunnen gaan. De eerste heuse knokpartij ontstaat. Elke pup zal moeten leren dat aanvallen en bijten van een andere pup gevolgen heeft. Opvallend is wel dat de onderliggende pup flink dreigt. Als de aanvaller hier niet op reageert wordt hij gebeten en gilt van pijn of schrik. Het bijten stopt en hij ruimt het veld, waarbij hij soms zelfs wordt achtervolgd. Even later zijn de ruziemakers weer beste maatjes. Als de eerder gebeten pup nu gromt, draait de ander direct zijn kop weg en gaat wat anders doen. Toch zal hij bij een volgende confrontatie misschien weer bijten. Na deze schermutselingen likken de pups soms letterlijk hun ‘wonden’. Zou hier deze uitdrukking soms vandaan komen? Hun motoriek wordt steeds beter en ze maken zelfs bokkensprongen. Geluid kunnen ze prima lokaliseren en ze kunnen met hun ogen hun speelgoed in de lucht volgen. De pups slapen overdag voor de eerste keer in de kennel en al snel vinden ze zelfstandig hun weg. Steeds meer mensen hebben dagelijks de pups in handen. Er wordt gespeeld, geaaid en geknuffeld. Bij mensen met een nog niet eerder gehoord stemgeluid is hun eerste reactie in elkaar duiken. Nadat ze geleerd hebben, dat die abnormale stem bij een mens hoort, ervaren ze deze als normaal. De volgende keer als ze een soortgelijke stem horen, schrikken ze niet meer. Het basisgedrag is nog steeds bij elke pup goed te herkennen.

  • Volgens de nieuwste inzichten wordt geadviseerd pups alleen grote voorwerpen als spelmateriaal te geven. Dit om monopolisatie van voorwerpen te voorkomen.

  • Week 6 - Verkenning, aanpassing en dominantieverhouding (36 - 42 dagen)

    De volwassen honden geven steeds duidelijker hun grenzen aan, waarbij de pups worden afgesnauwd en soms zelfs een echt pak op hun donder krijgen. Van hun vers bot moeten ze even afblijven. Na even verliezen de volwassen honden hun interesse en wordt het verse bot bij de pups onderling inzet van discussie. Het kost dan veel moeite om niet in te grijpen en alleen toeschouwer te blijven. Soms fungeert zelfs een volwassen hond bij een ruzie tussen pups als scheidsrechter. Hun machtsspelletjes worden nog duidelijker. Steeds vaker meten ze hun krachten, waarbij ze soms dusdanig te keer kunnen gaan dat het lijkt dat de haren in het rond vliegen. Gaandeweg ziet men een verandering in hun 'discussies'. Het lijkt erop dat de gedomineerde, de onderliggende, pup geleerd heeft zich rustig te houden, waardoor de ander ophoudt met domineren. Of is het zo dat de dominerende pup stopt omdat hij bang is dat hij gebeten wordt?

  • Ook de volwassen honden spelen niet bepaald zachtzinnig met de pups. Zolang de pups van zich af blijven bijten zal het spel feller worden tot dat de pup het opgeeft en zich plat tegen de grond drukt. Dan is het spel afgelopen en is een andere pup aan de beurt. Geen enkele pup mag deze belangrijke levenslessen missen. Nu is de tijd voor de mens gekomen om aan te geven dat er in hun wereld ook grenzen zijn. Deze periode heet niet voor niets socialisatie; de opvoeding kan beginnen. Men kan, net zoals de volwassen honden dit doen, de pups leren dat men er niet van gediend is bijtobject te zijn. Hun melktanden zijn vlijmscherp en het doet pijn als de pups in handen of benen bijten. Een kneep in het vel of een tik op de neus in combinatie met een boze stem, moeten de pup snel duidelijk maken, dat bijten van mensen niet ongestraft kan gebeuren.

  • In het begin van deze week krijgen ze hun eerste ervaring op volledig vreemd terrein. Uiteraard onder vakkundige begeleiding van de volwassen honden. De pups zijn in het begin altijd in de buurt te vinden van een mens of van een volwassen hond. Doordat ze erg nieuwsgierig zijn wordt deze afstand steeds groter. Alles wordt ontdekt. Het bijten in een brandnetel bevalt een pup slecht. Dit doet hij geen tweede keer. Nog altijd is speeltjes vangen als prooi een geliefde bezigheid. Uiteraard is nestgenoot of mens vangen ook leuk. Periodes van 'n half uur intensief spel wisselen af met uren slaap. Blijkbaar hebben ze deze slaap nodig om de opgedane ervaringen te verwerken.

    Vanaf het einde van de vorige week zogen ze steeds minder. Pogingen hiertoe worden door de teef vaak afgestraft met een flinke snauw. Het spenen van de pups is al eerder begonnen. Een bak droogvoer in de vorm van brokken en vers water staan de hele dag ter beschikking. Even begrijpen ze niet dat deze brokken eetbaar zijn.

  • In huis en in de tuin spelen ze met alle voorwerpen die binnen het bereik van hun bek komen. Schijnaanvallen, touw trekken of kranten kapot scheuren, alles wordt vol overgave gedaan. Doordat ze voornamelijk in huis opgroeien zijn de meeste huisgeluiden vanzelfsprekend. De geluiden van stofzuiger, wasmachine of rammelende vaat zijn niet meer de moeite waard om op te reageren. Onbekende geluiden zorgen bij een paar pups nog steeds voor schrikreacties. Er zijn individuele verschillen in de tijd die ze nodig hebben om te herstellen. Het aanbod van nieuwe geluiden wordt bewust rustig opgebouwd. In algemene zin schrikken ze minder snel, dan vorige week. Zou dit komen doordat ze met deze geluiden nog geen rottige ervaring opgedaan hebben?

  • Week 7 - Uitstapjes maken en op je donder krijgen ( 43 - 49 dagen)

    Vorige week hebben de pups van de volwassen honden geleerd dat er in het leven grenzen zijn. Nu breekt het moment aan om de pups te leren dat in de mensenmaatschappij ook grenzen bestaan, die niet ongestraft overschreden kunnen worden. Hun opvoeding is al begonnen. Vorige week is al paal en perk gesteld aan het hard in de handen bijten.
    In de huiskamer zijn ook grenzen aan te geven, zoals niet uit de werpkist komen. De eerste pup die wil ontsnappen wordt bij zijn nekvel opgepakt en corrigerend toegesproken met: 'Nee, wachten'. Vervolgens wordt hij weer terug gezet in de kist. De meeste pups hebben deze les tweemaal nodig, om vervolgens in een diepe slaap te vallen. De volgende keer is 'Nee, wachten’ meestal voldoende om de pup tot andere gedachte te brengen.

    Er zijn legio voorbeelden van doe-spelletjes in en rondom huis. Zo worden ze in een kruiwagen vervoerd. Omdat de pups in de werpkist al geleerd dat 'Nee' een uitgaansverbod inhoudt, blijven ze keurig in de kruiwagen. Ze maken kennis met kippen en vogels, ze leren spelen met de kat. De eerste keer snappen ze niet wat een zwijgende, stilstaande persoon in de tuin doet en ook de sirene van een toevallig voorbij komende politieauto bezorgt ze de schrik van hun leven. Alles moet geleerd worden maar gelukkig is hun leervermogen ontstellend groot.

  • In het begin van deze week krijgen ze hun eerste autorijles. De volwassen honden gaan mee, dus dolle pret. Ook nu ervaren ze aan den lijve dat ze niet zonder consequenties uit de auto mogen springen. Het leven is soms hard, maar wel duidelijk en het resultaat mag er zijn. Pups van zes en een halve week die keurig wachten totdat ze uit de auto worden getild. Na een paar autoritten en met hulp van vele brokjes leunen ze nu ook met de voorpootjes op de bumper totdat ze in de auto worden getild of lopen via een loopbrug de auto in. Een kwestie van ervaring.
    Het maken van uitstapjes naar onbekende locaties, behoort vanaf deze week tot de dagelijkse bezigheden. In het achterhoofd speelt steeds mee dat de pups nog weinig hebben meegemaakt. Een rustige en geleidelijke opbouw is belangrijk om een uitstapje niet te laten eindigen in een trauma.

    Hun spelletjes eindigen steeds vaker in fikse discussies, uiteraard zonder echte gevolgen. De onderlinge verstandhouding wordt hierdoor wel steeds duidelijker. Nu pas is tijdens zo'n discussie te zien dat de onderliggende pup uiteindelijk geen reactie meer geeft als hij gedomineerd wordt. Degene die overheerst wordt, draait zelfs zijn hoofd af. Het dominerende gedrag van zijn nestgenoot stopt. Weer een nieuwe les in levenservaring. Een pup die vaak zijn zin doordrijft, leert de baas spelen over zijn nestgenoten. Bijles krijgt degene die te vaak domineert. Soms van een volwassen hond en een andere keer van ons. Tijdens zo'n ruzie wordt hij eventueel bij het nekvel gepakt en boos toegesproken en duidelijk gemaakt dat dit niet de bedoeling is.

  • In alles zien ze een uitdaging voor een spel. Zichzelf, hun nestgenoot of de eigen schaduw vangen zijn favoriet. De achtervolgingstechniek gaat hen steeds gemakkelijker af en ze worden steeds wendbaarder. Groepsvorming ontstaat als een nestgenoot achtervolgd wordt. Er zijn veel schijnaanvallen en het is steeds een ander die achtervolgd wordt. Af en toe worden de pups apart meegenomen naar onbekend terrein. In het begin alleen door de fokker, daarna ook door anderen. Opnieuw zijn individuele verschillen zichtbaar. De ene pup is erg ondernemend en verkent het onbekende veld, een andere is onder de indruk en wil alleen maar op schoot zitten bij de fokker. De volgende mist duidelijk de steun van zijn nestgenootjes.
    Het lijkt alsof ze aan het einde van deze week gevoeliger worden voor ervaringen, alsof ervaringen meer indruk maken en ze schrikachtiger zijn dan vorige week. Ze gaan op bekende situaties anders en met meer aarzeling reageren. Dingen die ze al heel vaak gehoord hebben, zoals het dichtklappen van de vuilnisemmer, bezorgt hen weer schrik. Ze zijn bang voor mij als ze me als een zwijgende, stilstaande persoon in de tuin ontdekken. Ze schijnen ook niet meer te begrijpen dat iemand via de poort kan binnenkomen. Worden ze zich nu pas helemaal bewust van hun omgeving?
    Sommige pups doen een onderdanigheidssplasje bij een begroeting. Een pup reageert negatief als hij onverwacht opgepakt wordt, hij schrikt en verwacht zelfs dat hij de volgende keer weer wordt gepakt. Hierdoor gaat hij uitgestoken handen mijden. Het kost me moeite om rustig en gecontroleerd om te gaan met de pups. Het zijn echte doerakken en het is maar goed dat ze een associatie gelegd hebben tussen komen en eten. Zodoende komen ze naar me toe als ze geroepen worden en hoeven ze niet gevangen te worden.

  • Week 8 - Benaderen of afstand houden ( 50 - 56 dagen)

    Het opdoen van nieuwe ervaringen gaat onverminderd verder. Met de auto naar het bos gaan is favoriet. Evenals het eten van konijnenkeutels en het graven van holen. Samen spelen, samen jagen, samen iemand achtervolgen, maar ook samen slapen genieten de voorkeur. Bij het horen van een onverwacht, vreemd geluid zijn het meestal dezelfde pups die wat geluidsgevoelig reageren. Een rijke fantasie, veel tijd en energie is nodig om de pups steeds weer nieuwe, positieve, ervaringen aan te bieden.
    We gaan met de hondjes naar de kinderboerderij maar als ze allemaal hun eigen weg gaan, komt toch de twijfel. Een beklemmend gevoel niet meer alles in de hand te hebben overvalt me. Waar ben ik aan begonnen en hoe breng ik dit tot een goed einde. Het vergt veel eigendiscipline om na een schrikreactie rustig te wachten tot de pup is hersteld en de onheilsplek niet eerder te verlaten. Vluchtgedrag mag niet gestimuleerd worden.

  • Sommige pups zijn echte contactdieren, anderen vinden het niet meer prettig als ze aangehaald of geborsteld worden. Sommige mijden heel handig een uitgestoken hand. Toch zullen deze pups moeten leren dat ze een borstelbeurt, een aanraking of afdrogen toch moeten ondergaan. In huis, in de kennel en in de tuin is spelmateriaal in overvloed aanwezig. Hiervan wordt volop gebruik gemaakt. Ze sjouwen en slepen met werkelijk alles. Elk voorwerp dat in de bek past wordt inzet voor een spel. Van borstel tot veger en van plastic fles tot schoolbel. Al weken fungeert een oude matras als zonnebank en een autoband en grote doos doen dienst als hol.
    Als een vriend zijn volwassen hond meebrengt brengt zoeken de pups zeer aarzelend en voorzichtig toenadering. Blijkbaar herkennen ze hem niet gelijk als soortgenoot. Hierdoor krijgen ze de kans te ontdekken dat naast bekende honden er ook nog onbekende honden zijn. Overdag, als het weer goed is, zijn de pups in de tuin. ‘s Avonds lopen ze door de keuken en de kamer en 's nachts zijn ze bij mooi weer vanaf zes weken in een grote overdekte kennel. Als het weer overdag slecht is, zijn ze afwisselend in de kennel en in huis. Verbazingwekkend hoe snel ze leren dat ze van het tafelkleed en de lectuurmand af moeten blijven. In de huiskamer is niets afgeschermd of hoger gezet.
    In de tuin staat een tafel, die gebruikt wordt voor allerlei doeleinden, zoals het maken van foto's, het borstelen van een pup en het knippen van hubertusklauwtjes. Dit laatste is nog niet nodig, maar jong geleerd is oud gedaan. Zodoende leren ze dat verzet geen zoden aan de dijk zet.

  • Prooi vangen is nog steeds een favoriete bezigheid. De handigheid neemt toe en nu gaat degene die de prooi heeft bemachtigd, deze verdedigen in een hol. Één pup is daar een uitblinker in maar er zijn ook hondjes die hun prooi makkelijk afstaan. Ook de volwassen honden nemen deel aan dit spel. Sommige pups zijn blijkbaar hardleers en hebben correcties van de andere honden nodig. Het kost moeite niet in te grijpen en de volwassen honden te verbieden zo ruw met de pups om te gaan.

    Elke pup heeft naast zijn basisgedrag ook nog een eigen persoonlijkheid gekregen. Vanaf de vorige week veranderde hun gedrag. Juist deze week wordt dit nog zichtbaarder en treedt een merkbare, blijvende gedragsverandering op. Bij de ene pup begint deze verandering op de vijfenveertigste dag en bij de volgende op de negenenveertigste dag. De ene pup is te vergelijken met een bloem die steeds in de knop heeft gezeten en nu langzaam open gaat. Terwijl een andere pup steeds zeer spontaan was en het nu lijkt alsof hij meer reserves heeft. Zo verandert het gedrag bij de meeste pups. Hun gedrag wordt steeds gecompliceerder, maar het basisgedrag blijft.

  • Week 9 - Een tijd van komen, een tijd van gaan ( 57 - 63 dagen )

    Voor mij als fokker breekt nu een heel ambivalente periode aan. Het gevoel geleefd te worden overheerst de laatste weken. Voor mij betekent het afscheid moeten nemen van mijn fokproducten, maar ook weer opgelucht ademhalen en eindelijk rust krijgen en tijd krijgen voor mijn eigen pup.

    Rond zeven - acht weken wordt soms een puppytest gedaan. Deze bevestigt meestal mijn eigen waarnemingen. Misschien dat de ene pup sneller handen mijdt dan verwacht en een ander toch iets sneller onder de indruk is of herstelt dan verwacht. Maar dit zijn nuance verschillen.

    Tijdens de afgelopen weken zijn de meeste toekomstige eigenaren al vaker op visite geweest, waarbij ik een globale indruk van hen gekregen heb. Enkele toekomstige eigenaren worden op de proef gesteld door halsbandjes te verwisselen en af te wachten of het eerder uitgezochte hondje nog steeds favoriet is. Spreekt het gedrag van die ene pup hem werkelijk zo aan of is hij nu meer gecharmeerd van een andere pup. Prima, dit schept alleen maar duidelijkheid en helpt bij een juiste keuze.

  • De uitgangsbasis bij plaatsing is het gedrag van de individuele pup en daarbij zal een eigenaar gezocht moeten worden. De pup die geluidsgevoelig en onzeker reageert zal misschien niet op zijn plaats zijn in een druk gezin in de stad. Waarschijnlijk zal hij beter tot zijn recht komen in een rustige omgeving. Bij de wat angstige pup past een thuis waarbij niet teveel eisen gesteld worden aan hem. Bepalend voor de uiteindelijke plaatsing is toch de (gevoelsmatige)keuze van de aspirant eigenaar. Mijn hoofdbrekens staan in schril contrast met de vitaliteit en ondeugendheid van de pups. Zij spelen nog steeds uitgebreid verstoppertje en zijn erg in hun nopjes met alle aandacht die ze krijgen. Ze slapen steeds minder en het kattenkwaad dat ze uithalen wordt steeds groter, evenals de hoopjes die ze produceren. Twee kinderschepjes die stand-by staan in een emmer water en een vuilniszak, behoren de laatste weken tot de basisuitrusting.
    Het is bijna verleden tijd. De tijd om op eigen poten staan is aangebroken. Het estafettestokje wordt doorgegeven aan de nieuwe eigenaar.

  • Volgens de nieuwste inzichten heeft geen enkele puppytest een voorspellende waarde wat betreft het toekomstige gedrag en karakter. Dit wordt namelijk in de eerste 6-9 maanden van zijn leven gevormd. Deze ontwikkeling is van velerlei factoren afhankelijk. Wel geeft de puppytest aan hoe de socialisatie bij fokker verlopen is.